Farmers aan 't woord

Rene Lubberdink

Mts Dijkman Lubberdink

Gemengd bedrijf
Barchem

Samen met de natuur werken aan inkomen

De boerderij van René Lubberdink en Hennie Dijkman ligt tussen Lochem en Barchem, midden in de Achterhoek. Eigenlijk moeten we zeggen “boerderijen”, want René heeft samen met familie (die niet zelf boert) ook een 2e locatie gekocht, op loopafstand van het bedrijf dat de overgrootouders van zijn vrouw ooit begonnen zijn.

Zijn stal staat vol jongvee en kalveren van een andere boer met wie hij is gaan samenwerken. Samen zijn ze in de laatste fase van de omschakeling van “klassiek” naar biologisch. Dit jaar heeft René al biologisch voer verbouwd. In april 2024 kan hij het jongvee daarmee voeren. Dan kunnen de 2 boeren samen vanaf eind 2024 biologische melk leveren. Met zo’n 170 koeien, laag in krachtvoer en een afkalfperiode van 2 maanden. Daarnaast houdt René kippen, heeft een grote moestuin en is – bij de 2e boerderij – volop bezig met notenbomen (hazelnoten en walnoten) en fruitbomen zoals appels, pruimen en vijgen. De notenbomen leveren al een aardige oogst.

Inmiddels heeft René de opleiding voedselbos gedaan.

Door de grote moestuin hebben ze ook veel kennis opgedaan over natuur-inclusief werken. “De grond is erg gezond, zoveel wormen. En niet spitten hè. Alles met de rulvork (of woelvork) zodat je alleen de toplaag bewerkt.”

Transitie naar biologisch

De transitie naar biologisch werd in gang gezet toen René en Hennie merkten wat de gevolgen zouden zijn van het stelsel van de fosfaatrechten. Ze stonden op het punt om klassiek te groeien van 90 naar 125 koeien. “Je leeft in een bubbel van steeds groter, groter moeten groeien. De bank, de afnemer van je melk, leveranciers … iedereen dringt erop aan dat je steeds meer vee moet nemen, meer moet leveren. We zijn om tafel gaan zitten met het gezin. En besloten toen: het roer moet om.” In 2018 werden de rechten verkocht, de koeien gingen weg.  

Dat ging wel met pijn in het hart. René was stamboekinspecteur en was 2x jurylid van de nationale koeienshow.

“Tja, die liefde blijft wel.” De kalveren die hij nu verzorgt, binnen als het moet, buiten als het kan, zijn niet van hemzelf. “Misschien begin ik er nog weer eens mee. Maar we hebben het nu druk zat met het verbouwen van voer en het zorgen voor kruidenrijk grasland, met veel vlinderbloemigen. We zitten op zandgrond. Dat is wel een uitdaging als je voldoende voer van het eigen land wil halen. We werken met een ecoploeg, dus geen grondkerende bewerking. We letten op de bandenspanning zodat we het land niet verdichten. We hebben ons verdiept in het composteren en zijn afgekickt van de verslaving aan kunstmest. Het is essentieel om goed voedzaam gras te verbouwen. We hebben net weer 20 ha. klaver ingezaaid.”

René sloot zich in 2019 aan bij Caring Farmers. “Verbinding zoeken is belangrijk, net als kennis delen en het verhaal vertellen.” Dat laatste doet René geregeld voor groepen belangstellenden.

Verkoop voor en samen met de consument

De verkoop van de producten gaat rechtstreeks naar de consument. Met 10 “makers” (boeren, bakker, slagerij, enz.) is een coöperatie opgericht, Puur van de Buur. Er zijn ca. 30 “opmakers” lid. Dat zijn consumenten die actief meehelpen door 1x per 20 weken de 10 makers af te rijden, producten te verzamelen en naar de voormalige melkstal van René te vervoeren. Daar doen ze zelf de producten in kratten, waar de andere opmakers ze na bestelling wekelijks kunnen ophalen. Het gaat om groente en fruit, aardappelen, eieren, vlees, zuivel en brood.

Bestellen gaat via de website: Voedselcoöperatie Barchem (voedselcoop.eu)

“Dit is nog prima te doen, groter moeten we niet willen worden. Misschien nog een instelling of horeca als klant, maar dit is te overzien.” Als boeren of consumenten zelf zo’n coöperatie willen starten, is René graag bereid om praktische tips te delen. “Ik zou zeggen, kom eens kijken.”

Daarnaast heeft René nog een winkelkast aan de straat. Met op het moment van dit interview (november) eieren, gekraakte hazelnoten en walnoten, lindehoning, jam, sap en kruiden.

Coulisselandschap

René en Hennie hebben 40 ha. in eigendom en nog zo’n 20 ha. erbij in gebruik. Hij geeft eerlijk toe: “het salaris van mijn vrouw is wel nodig in het bedrijf”. Inmiddels begint het bedrijf weer te lijken op het oude (Achterhoekse) coulisselandschap. Met singels (wallen en heggen) vol meidoorns, wilg, hazelaar, e.d. “Dit zijn tegelijk voerwallen voor het vee. Ze knabbelen eraan en krijgen zo belangrijke mineralen binnen.” Al zijn er ook andere liefhebbers, want reeën zijn er gek op.

Een paddenpoel had René al aangelegd maar intussen heeft hij die weer wat groter gemaakt. Kikkers, padden en salamanders hebben de weg ernaar gevonden.

Hij heeft een goede relatie met het waterschap. De waterloop wordt eenzijdig gemaaid zodat de andere kant vol planten als voedsel en bescherming kan dienen. De houtwallen en andere bomen leveren voldoende hout voor de energievoorziening.

Toekomst

En de toekomst? “De kern is samenwerken met de natuur. Zodat we samen een inkomen genereren. Ach, we zullen nog wel eens tegen een muur aanlopen. Maar daar ben ik niet bang voor. We hebben altijd grondgebonden geboerd. De kunst is een balans te vinden tussen inkomen en zorgvuldig biologisch voer verbouwen.

En nog verder in de toekomst?

“Voor de kinderen is de boerderij ook hun erfenis. We hebben ze in de maatschap gehaald zodat ze mee kunnen praten. We willen de boerderij zo lang mogelijk in de familie houden. Dan hebben we de tijd om de opvolging te regelen.”