Nieuws

Home  /  Actueel  /  Nieuws  / 

Salmonella monitoring in de kleinschalige pluimveehouderij

SE en ST in de legsector

Er zijn meer dan duizend soorten salmonella, waarvan twee zoötomische typen centraal staan in de leghennenhouderij: S. Enteritis (SE) en S. Typhimurium (ST). Eieren die besmet zijn en onvoldoende zijn verhit, kunnen mensen ernstig ziek maken.

De legsector neemt SE en ST serieus en zet zich in voor zowel het voorkomen als het opsporen van besmettingen. SE en ST kunnen van ouderdieren, via het ei, naar de kuikens worden overgedragen. Vandaar dat moederdieren van SE en ST vrij moeten zijn. Een besmetting betekent einde van de reproductie; een nachtmerrie voor de boer. De bio-security bij de ouderdieren is dan ook hoog en er wordt veel gemonitord op SE en ST.

Professioneel gehouden leghennen worden onafhankelijk van het type houderij (scharrel, biologisch, extensief, dubbeldoel) standaard in de opfok drie keer gevaccineerd tegen salmonella. Alles om de kans op een besmetting tijdens de legronde zo klein mogelijk te houden. Een vaccinatie biedt geen 100% bescherming, met name vanaf een leeftijd van een jaar neemt de bescherming af. Vandaar dat de verplichte monitoring op SE en ST iedere 15 weken is en voor IKB vanaf een leeftijd van 65 weken: iedere 8 weken. Als een koppel toch positief is mogen de eieren niet meer worden verkocht als tafeleieren. Vroeger werden koppels geslacht; dat is nu niet meer zo, maar het ei gaat weg als industrie-ei.

Al deze verplichtingen van het monitoren op SE en ST staan geschreven in de wet (voor de liefhebber: Verordening (EG) nr. 2160/2003). Maar wat staat er over de kleinschalige houderij?

Wettelijke open norm

In gesprek met LVVN komt naar voren dat het een open norm betreft, dat wil zeggen: onduidelijk en open voor interpretatie van de NVWA. Een gesprek met de NVWA maakt het niet veel duidelijker. De NVWA heeft schriftelijk nog geen definitief goed antwoord gegeven, maar hopelijk komt dit nog. Vooralsnog lijkt het erop dat er tot 250 dieren geen verplichting is voor het monitoren op SE/ST. De vraag aan LVVN of de registratie van pluimvee hier een verandering teweeg gaat brengen, resulteert ook niet in een duidelijk antwoord. Wel duidelijk was de opmerking van een ambtenaar: ”Wat we nodig hebben is een voedselschandaal.” Met andere woorden: na een salmonellabesmetting vanuit de kleinschalige pluimveehouderij, zal er duidelijkheid geëist worden vanuit de politiek. Maar daar gaan we toch niet op wachten?!

Hoe te monitoren op ST en SE

Daarom hierbij kort uitgelegd hoe het monitoren in zijn werk gaat, met als doel dat iedereen die eieren produceert voor de verkoop zelf de verantwoordelijkheid neemt om het koppel kippen te monitoren op SE en ST. Wij gaan namelijk niet met LVVN mee wachten op een voedselschandaal.  

Iedere 15 weken moeten er twee paar (dus vier stuks) overschoentjes worden gelopen in het kippenhok. De mest die eraan vastplakt is het monstermateriaal. Deze wordt onderzocht op SE en ST. De pluimveehouder mag dit zelf doen. De enige uitzondering is de monstername drie weken voor de slacht; die moet door een dierenarts gebeuren. Deze laatste monstername is ook voor vleeskippen verplicht.

Het stappenplan in beeld:

Kosten

Er zijn meerdere laboratoria die de test kunnen uitvoeren. Onderstaand drie voorbeelden:

  1. CLVP: De prijs voor salmonella onderzoek is op het moment €11,60. Je kan monsternamemateriaal aanvragen via lab@clvp.nl en hoeft daarbij alleen de verzendkosten te betalen. Het is belangrijk dat er een volledig monsternameformulier ingevuld wordt; deze is te vinden via hun site.
  2. Royal GD: De prijs voor salmonella onderzoek is €19,80. De overschoentjes kunnen via de GD webshop worden aangeschaft, maar alleen per vijf paar (=10 schoentjes) omdat deze aantallen in de reproductiedieren verplicht zijn. Voor legdieren is twee paar (= 4 schoentjes) per keer voldoende.
  3. Normec: Prijs voor salmonella onderzoek is €24,50, plus €1,80 inschrijf- en verzendkosten. Je kan monsternamemateriaal aanvragen bij Normec. Inzendformulieren zijn te vinden via hun site. Op het inzendformulier kies je voor de MRSV test. (PCR kan ook, maar die is sneller en duurder.)

Wat betekent de uitslag?

Een negatieve uitslag is natuurlijk mooi, want dan zijn de kippen bijna zeker vrij van salmonella.

Maar er kan ook salmonella worden gevonden. De eerste uitslag moet dan verder worden onderzocht, om de salmonella te typeren en dus te kijken of het een SE/ST betreft, of een andere (onschadelijke) salmonella. Dit komt niet vaak voor en deze typering brengt verdere kosten met zich mee (afhankelijk van het lab ca. €60-€70). Als dan blijkt dat er inderdaad sprake is van een SE of ST besmetting, dan betekend dat dat de eieren mogelijk ook besmet zijn en deze ongeschikt zijn om als tafeleieren te worden verkocht. Want hoewel een gezond persoon niet ernstig ziek hoeft te worden van het eten van een onvoldoende verhit salmonella-besmet ei, kan het voor kwetsbare groepen (de zogenoemde YOPI’s: Young, Old, Pregnant en Immunodeficiënt) zeer ernstige gevolgen hebben.

En dit is precies waarom we testen: om humane besmettingen te voorkomen.