Een oproep aan minister Staghouwer namens 22 organisaties (lees ook in het AD).
Afgeknipte staarten, massa productie, eendagshaantjes, gebrek aan buitenlucht, stalbranden, ruimingen…. Al decennia is de maatschappelijke verontwaardiging over de intensieve veehouderij groot en belooft de regering verbetering. Al in 2002 zei D66 minister Brinkhorst dat “kippen moeten kunnen scharrelen, varkens wroeten en koeien grazen”. Helaas bleef veel bij hetzelfde, het boerenbedrijf werd steeds groter, de prijzen lager, steeds meer boeren verdwenen en een dierenleven is nog steeds niks waard.
Groot was dan ook onze vreugde toen in 2020 de Vernieuwde Wet Dieren in de Tweede én Eerste Kamer werd aangenomen. Per 2023 zouden dieren niet langer mogen worden aangepast aan de stal, maar zou de omgeving ten dienste moeten staan aan het dier.
In 2022 van wet naar convenant
Nu, mei 2022, lijkt verbetering nog even ver weg. Waarom? Omdat het kabinet koos om niet de Vernieuwde Wet Dieren uit te voeren, maar om een ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ te formuleren waarbij alle oude remmende partijen aan tafel dreigen te komen. Groot is onze angst dat de geijkte partijen zullen vertragen door gewichtig te spreken over ‘voedselzekerheid’, ‘toewerken naar 2050’ en dat ‘het couperen van varkensstaarten belangrijk is om erger leed te voorkomen’. We zijn bang dat de economische belangen in het huidige systeem het weer winnen van het belang van het dier.
Dierenwelzijn als kans
Dat zou niet alleen ethisch onverantwoord zijn maar ook een gemiste kans. De Raad voor Dierenaangelegenheden zette recentelijk een definitie neer voor een Dierwaardige Veehouderij voor het ministerie. Wat ons betreft kan deze nog verbeterd worden, omdat bijvoorbeeld nog niet is gekeken naar zingeving of fokkerij, maar duidelijk is dat dieren staarten en hoorns horen te houden en ze uitloop krijgen. Dat betekent een gigantische verandering maar eentje die ook immense positieve gevolgen zal hebben. Want veel meer ruimte per dier betekent veel minder dieren in ons kleine land. De huidige veestapel met jaarlijks 600 miljoen slachtingen lijdt onder ziekte uitbraken en schaadt het klimaat, de natuur, biodiversiteit, gezondheid van dier en mens. Daar wordt niemand blij van, ook de boer niet. Een krimp is nodig om deze problemen het hoofd te bieden.
Breder convenant
Een convenant over een dierwaardige veehouderij zou daarom niet moeten worden overgelaten aan de geijkte boerenpartijen. De vraag is of er überhaupt veel boeren aan tafel moeten zitten. Want waar het eigenlijk om gaat, is niet enkel een verandering naar een veehouderij waarin dieren kunnen scharrelen, maar om een omzwaai van ons hele voedselsysteem. Het betekent een ander dieet voor de consument, andere wetgeving, ander supermarktbeleid, geen import van dieronvriendelijker vlees, meer akkerbouwers en groentetelers. En als we dat goed doen, biedt dat niet alleen een beter leven voor dieren, maar een gezonder dieet en een oplossingsrichting voor klimaat en stikstofproblematiek. Een beter leven voor onszelf dus.
Wie moet meepraten?
Wie zet je dan aan tafel? De boerenorganisaties die al decennia op de rem staan? Of zet je daar experts op het gebied van dierenwelzijn, infectieziekten, wetgeving, detailhandel, gezondheid en dieet en gebruik je de boer die al grotendeels boert volgens de definitie ‘dierwaardige veehouderij’ – bijvoorbeeld de biodynamische en 3 Beter Leven sterrenboer – als voorbeeld en vraagbaak? Dat laatste lijkt zoveel logischer aangezien de belangen zo groot en zo breed zijn. En laten we het ook vooral aan de dieren zelf vragen. Zij zijn de belangrijkste stakeholder en door nieuwe kennis in de taalwetenschappen over hun manier van communiceren kunnen we hen steeds meer vragen naar hun behoeften.
Dringende vraag
Een convenant Dierwaardige Veehouderij moet dus zorgen voor heldere regelgeving en een andere markt die vraagt naar lokaal, diervriendelijk geproduceerd voedsel en dan volgt de boer met wat hulp vanzelf. Boeren roepen immers al decennia dat zij wel willen bewegen als de markt verandert.
Onze vraag aan het gehéle kabinet is om deze keer echt door te pakken. Niet naar 1 Beter Leven ster maar gelijk naar 3, of zelfs naar 4 of 5! Natuurlijk is dit een gigantische uitdaging en vinden de meeste veehouders het doodeng. Maar het biedt de boer ook de kans om uit de neerwaartse spiraal van meer voor minder te stappen en om weer boer te zijn. De kans om met méér boeren die op kleinere bedrijven met minder dieren weer bezig kunnen zijn met alles wat een boer beweegt en wat de maatschappij waardeert: zorg voor dieren, de natuur en productie van eerlijk en gezond voedsel. Volle kracht vooruit dus en met de juiste partijen werken aan een versnelde transitie naar een dierwaardige veehouderij!
Ondertekend door:
Dierencoalitie (17 organisaties), Vakbond voor Dieren, Federatie Agro-ecologische Boeren, Stichting Demeter, Compassion in World Farming Nederland, Caring Vets en Caring Farmers.