Nieuws

Home  /  Actueel  /  Nieuws  / 

VERSLAG VAN HET TWEEDE CARING CONGRES

De wereld verandert: klimaatverandering versnelt, de natuur holt achteruit en diverse rechtszaken dwingen ons tot herbezinning en actie. We moeten veranderen. Maar hoe werkt dat? Het thema van het tweede Caring Congres, 9 okt 2022, van Caring Vets en Caring Farmers was dan ook Caring Change!

Caring Farmers en Caring Vets kijken terug op een geslaagd congres waarin duidelijk één rode lijn naar voren kwam bij alle sprekers: onze gezondheid(szorg) zou een grote drijfveer kunnen zijn in de transitie naar een duurzame samenleving. Want als zorg en samenleving gaan inzetten op welzijn, een gezonde leefomgeving en voedsel van een gezonde bodem, dan kan de landbouwtransitie een stuk sneller gaan. En daar worden dier, boer en burger beter van.

We bedanken alle 160 deelnemers, de sprekers, congrescentrum Antropia en onze geweldige gespreksleider Lotte Sluiter. Een speciale dank gaat uit naar het Barth Misset Fonds voor de financiële ondersteuning!

Lees hieronder het verslag van de presentaties van Margriet Sitskoorn, Machteld Huber, Maarten Reesink en Marjan Minnesma en de gesprekken met Martien Lankester, Theo Mulder, Marjolein de Rooij en Julia ter Huurne. En lees hier twee mooi artikelen in het AD naar aanleiding van het congres, één over het congres en één waarin Margriet Sitskoorn wordt geinterviewd over de boerenprotesten.

Hoe veranderen we ons brein?

Prof.dr. Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Tilburg University en BIG-geregistreerd klinisch neuropsycholoog. Ze heeft de zaal gelijk mee met een test waarin we ondervinden dat een belangrijk deel van ons gedrag automatisch gestuurd wordt: massaal roepen we reflexmatig hetzelfde woord.

Zoals lopen en onze hartslag zijn ook onze gedachten vaak een automatisme. Het doel is om onze hersenen zo min mogelijk te belasten. We proberen ons genotcentrum (d.m.v. eten, drinken, sex, chocola, alcohol, zon) zoveel mogelijk tevreden te stellen en het pijncentrum (honger, dorst, pijn, uitsluiting) rustig  houden. Dit is functioneel als je kortetermijnproblemen op wilt lossen.

Om langetermijnproblemen op te lossen zul je een derde systeem moeten kunnen aanspreken: het  executieve systeem. Hiervoor moeten moeilijkere en cognitieve kwaliteiten ingezet worden zoals te lezen op deze slide. Daarmee wordt duidelijk waarom het ondernemen van actie in het kader van dierenwelzijn en het klimaat- en stikstofprobleem zo moeilijk is.

Ze neemt ons ook mee door het SCARF model en laat zien waarom boeren momenteel met de hakken in het zand gaan. Status, Certainty, Autonomy, Relatedness, Fairness – met geen van die zaken wordt in de communicatie rekening gehouden. De eerste stap om in de beweging te kunnen komen is de hakken uit het zand. Naar elkaar luisteren en elkaar respecteren.

Margriet eindigt heel hoopgevend: in alles wat je vaak doet, wordt je beter. Dus hoe vaker we ‘goede’ dingen doen, hoe beter we er in worden en hoe beter voor de wereld.

Machteld Huber is arts, onderzoeker, grondlegger gedachtegoed van Positieve Gezondheid.

Kijk hier voor de presentatie slides van Machteld.

Haar kippenonderzoek uit 2008 waaruit bleek dat kippen die 2 generaties biologisch voer gegeten hadden weerbaarder waren, werd in de doofpot gestopt. Ze werd gedwongen om te zeggen dat ‘er geen conclusie viel te trekken’. Hierdoor kwam er geen vervolgonderzoek en werd de ontwikkeling van de biologische sector geremd. Jarenlang bleef dit onderzoek verstopt in een la, totdat Zembla er een uitzending over maakte, met als gevolg dat LNV nu wel weer kijkt naar de (logische!) link tussen biologisch eten en gezondheid. LNV ging dit jaar akkoord met een experiment waarbij varkens  biologisch of gangbaar worden gevoerd.

Een groot probleem bij de publicatie van het onderzoek was dat er geen consensus was over de   formulering van goede gezondheid, de sterk verouderde UN formulering. Machteld is zich sindsdien gaan inzetten voor een betere definitie van het begrip gezondheid die ook rekening houdt met veerkracht, functioneren, welzijn en de eigen regie.  Met ‘positieve gezondheid’ heeft zij zich weten te positioneren en hiermee ligt er een beter werkbare definitie.

Behalve het kippenonderzoek, neemt ze ons ook mee in het onderzoek naar teeltwijzen, waaruit blijkt dat het samenspel tussen bodem, planten en schimmels echt effect heeft op de nutriëntenhuishouding en dat biologische planten weerbaarder zijn. Een teeltonderzoek laat zien dat de gangbare sla sneller groeit en sneller te oogsten is, maar na de oogstdatum tot niks uitloopt terwijl de biologische sla tot een natuurlijke bloei komt. Een meer holistische kijk op voedsel kijkt naar de mens, plant of dier in zijn geheel en niet naar een optelsom van nutriënten en dan blijkt vaak dat 1 + 1 meer is dan 2.

Deze uitspraak willen we er nog uitlichten: “We hebben geen zorgtekort, maar een patiënten overschot”. En aan dat laatste is wat te doen door in de gezondheidszorg te schuiven van controle model naar adaptatiemodel, van behandeling van ziekten richting zorg voor welzijn en weerbaarheid van mensen. Hier hoort een gezonde leefomgeving bij en gezonde voeding van een gezonde bodem. Een mooi bruggetje naar de volgende sprekers: 

De boer de arts van de toekomst?

Drs. Martien Lankester, oprichter Avalon , boer en (niet praktiserend) arts gaat in gesprek met Theo Mulder, bodemadviseur, oprichter van Symphony of Soils en mede oprichter van CO2L Farming Advies

Voor deze twee heren is de link zo klaar als een klontje: het bodemleven is de basis voor gezonde gewassen en daarmee voor gezonde dieren en mensen. Hier zetten zij zich al jarenlang voor in.

Martien werkt met Avalon aan biologische landbouw in het buitenland, maar heeft nu ook veel steun om een groot project te starten in Friesland waarbij de gezondheidszorg de verduurzaming van de landbouw moet gaan stimuleren. We kunnen van de boer de apotheker van de toekomst maken!

Theo zet zich in om de kringloop te sluiten. Recentelijk bereikte hij heel Nederland met zijn actie ‘Give a Shit’ waarbij iedereen zijn ontlasting kon inleveren bij een boer in de provincie. De week na het congres organiseert hij de Kruiwagenmars: boeren, artsen, kinderen en NGO’s trekken samen met kruiwagens naar Den Haag met de vraag om de bodembiologie centraal te zetten in het landbouw- en stikstofbeleid.

Om te laten zien dat artsen de bodemgezondheid al jaren als belangrijk zien, bieden Martien en Theo het boekje ‘Bodemgezondheid, de zorg van huisarts Frits Gouwe (1898 – 1962) aan aan Ilse Geijzendorffer, de directeur van het Louis Bolk instituut. Haar reactie: “het is misschien een rare opmerking voor een onderwijsinstituut, maar er is echt al voldoende bekend om aan de slag te gaan!’.

Maarten Reesink is docent DierMens-studies aan de Universiteit van Amsterdam.

Maarten doet onderzoek naar de invloed van de communicatie over dieren in de media en vertelt ons met vele kleurrijke voorbeelden hoe groot die rol is. Toen de wolf naar Nederland kwam ‘wisten’ we allemaal hoe gevaarlijk dat was. Terwijl niemand van ons ervaring heeft met wolven. Van Roodkapje tot films met weerwolven hebben we ‘geleerd’ dat we bang moeten zijn.

Dagelijks worden we beïnvloed: het reclamebord van het varkentje bij de slager;  blije dieren op producten in de supermarkt behalve op vlees; Disneyfilms, ansichtkaarten, het dagelijks taalgebruik. De een vermenselijkt het dier veel te veel, de ander juist weer helemaal niet.

De meeste van deze dingen maakt het makkelijker om het dier op ons bord niet te zien als een individu met emoties en gevoel. Als we een kalf een (koe)kind zouden noemen, zouden we meer meeleven met de moederkoe.

Soms wordt in de media een verhaal verteld over een individueel dier (bv koe uit sloot gered) maar wordt het onderliggende probleem, de huisvesting, niet benoemd. Een ander medium beschrijft juist het grote probleem (bv stalbranden), maar vergeet er een individu uit te lichten zodat het abstract blijft en het moeilijk is om de pijn en de ellende van het dier te zien.

Er is ook goed nieuws, want recente films zijn veel beter. Bijvoorbeeld de gloednieuwe film Knorretje.

Kijk hier de hele presentatie van Maarten Reesink.

Marjolein van de Vakbond voor Dieren en Julia ter Huurne, boerin van gemengde Boerderij Zuuver, praten samen over een CAO voor dieren.

Marjolein zet zich met de Vakbond voor Dieren in voor arbeidsrechten voor dieren. Net zoals mensen vroeger geen rechten hadden en daarvoor moesten vechten, is het nu tijd voor dieren. Er is steeds meer bekend over hoe dieren communiceren, dus we kunnen ook steeds meer dingen vragen aan dieren.

Net zoals bij mensen, zal een CAO een onderhandeling zijn tussen boer en dier. Het dier zal daarbij niet alles krijgen wat hij wil (hij/zij zal geslacht worden). De vakbond zet zich in voor: 

  • een veilige werkomgeving
  • een gezonde werkomgeving
  • een sociaal leven en privacy
  • rust, vakantie en pensioen
  • geweldloze werkomgeving
  • inspraak

Veel boeren nemen de vakbond nog niet serieus, maar er zijn wel boeren die hun dieren nu al als werknemers zien. Julia ter Huurne vertelt over de wijze waarop dieren haar helpen met bemesting en bodembeheer. Ze probeert goed naar hen te kijken en van hun gedrag af te lezen waar ze behoefte aan hebben.

Het blijft een geven en nemen, waarbij ze beseft dat we veel van de dieren nemen. Tegelijkertijd kunnen we het beste voor ze proberen te doen. Samen hopen we dat er binnen de omschakeling naar een Dierwaardige Veehouderij veel beter wordt geluisterd naar de dieren.

Klimaatcrisis: haast om te veranderen

Marjan Minnesma, directeur Urgenda vertelt feitelijk het ontluisterende verhaal van klimaatverandering en wat er staat te gebeuren als we niet met zijn allen in een crisis mode komen. Zeven jaar na de eerste uitspraak in de Klimaatzaak sprak ze voor het eerst met president Rutte. Ze vroeg hem om de eerste 20 minuten te luisteren en dit is het verhaal wat ze vertelde:

De CO2-concentratie in de atmosfeer is in 3 miljoen jaar (dus zeker in de gehele geschiedenis van de mens) nog niet zo hoog geweest. 80% van de uitstoot komt uit de jaren van Rutte’s leven. Deze CO2 verdwijnt niet zomaar. Alle acties die we nu nemen, hebben pas over 30 jaar effect.

Om onder de 1,5°C te blijven moeten we al voor 2030 op 0% uitstoot zitten. Ze staat ook stil bij onderstaande grafiek waar veel politici in lijken te geloven: zij denken dat we tot 2050 mogen blijven uitstoten, maar vergeten daarbij dat de volgende generatie het dan mag het oplossen d.m.v. negatieve emissies. Maar dat betekent dat onze jongeren de hele wereld (met bosbranden, overstromingen en al) met bomen moeten volplanten of energieslurpende, dure en momenteel nauwelijks ontwikkelde technologieën massaal moeten gaan toepassen. Sindsdien hoor je Rutte niet meer roepen dat we tot 2050 de tijd hebben.

Het verschil tussen 1,5 en 2°C is groot: bij 1,5°C is nog de helft van het koraal in leven, bij 2°C nauwelijks meer. Koraal is de kraamkamer van veel vissoorten. Zij zullen verdwijnen net als de andere vissen, vogels en mensen die daarvan afhankelijk zijn. Het verschil tussen 1,5 en 2°C is ook of er in de Sub-Sahara nog mensen kunnen leven of dat er honderden miljoenen mensen elders op zoek gaan naar een huis, water en eten. Momenteel  – bij huidige beleid – stevenen we af op 3 graden.

Dezelfde wetenschappers die 10 jaar geleden niet geloofden in 1 meter zeespiegelstijging, denken nu dat we met Duitsland moeten praten omdat de kans dat West-Nederland onder water komt te staan, best reëel is. In meerdere IPCC-scenario’s kijken we naar meer dan een meter verhoging, terwijl al onze dijken en Deltawerken op maximaal 1 meter zijn berekend en gebouwd. Waar gaan we wonen en wanneer starten we met dat gesprek?

Bij de pakken neerzitten heeft geen zin. Mensen zijn erg vindingrijk en besef en actie komen meestal in spurts. Maar hoe sneller we echt in de crisis mode komen hoe beter. Ondertussen kan echt iedereen aan de slag: anders eten, anders wonen. Samen met Urgenda bomen planten (Meer Bomen Nu) of boeren helpen te schakelen naar kruidenrijk grasland (1001ha.nl)

Voor een versnelling van de landbouwtransitie denkt Marjan dat gezondheid centraal zetten een goede strategie is. Want behalve de landbouw moet ons dieet anders, moeten we beseffen dat we natuur en een gezonde planeet nodig hebben voor onze eigen gezondheid, en de gezondheidszorg kan een grote drive zijn achter de vraag naar gezond plantaardig voedsel van een klimaatbestendige en levende bodem.