Er hangt verandering in de lucht in Den Haag. Langlopende dierenwelzijnskwesties kregen deze week een steun in de rug door de Tweede Kamer. Als het aan de Kamer ligt gaan pijnlijke ingrepen tot het verleden behoren. Als Caring Farmers juichen we deze veranderingen van harte toe, want ze passen naadloos in onze Caring Farmers Code voor een diervriendelijke volhoudbare landbouw.
Maar de grote vraag is nu: wat gaat er nu gebeuren? Gaat het nieuwe kabinet écht werk maken van de plannen, ook al zijn de eerste geluiden alweer te horen dat de wijzigingen “onuitvoerbaar” zouden zijn?
Als Caring Farmers vinden we de plannen natuurlijk uitvoerbaar en zeer gewenst. De wens van de Tweede Kamer klinkt immers erg logisch: Zullen we de stal aanpassen aan het dier, in plaats van het dier aan de stal? Zullen we stoppen met lichaamsdelen van dieren verwijderen zodat we ze met meer tegelijk in een saaie stal kunnen houden?
Dit klinkt zo voor de hand dat het raar is dat er überhaupt over gesproken hoeft te worden. Het lijkt niet meer dan normaal dat we geen hoorns, staarten en snavels verwijderen van dieren omdat we dat wel handig vinden, ongeacht de pijnlijke gevolgen voor het dier. Varkens gebruiken hun staart om mee te communiceren, koeien met hoorns hebben minder last van pootontstekingen, en kippen scharrelen met hun snavels.
Dat het tijd kost … Ja daar zijn we het als Caring Farmers mee eens. Je kunt niet vandaag stoppen met staarten verwijderen, als je niet ook vandaag iets aan de stalinrichting en ruimte voor het dier kunt doen. Een varken verveelt zich in een kaal hok met 1m2 ruimte. Dan is zo’n kwispelstaart van de buurman één van de weinige dingen waar je je mee kunt vermaken. Het varken heeft dus behalve zijn staart, ook ruimte nodig en wat te doen. Wroeten in stro bijvoorbeeld.
Maar he, tijd hadden we toch? Want al in 2002 wilde kabinet Paars II een einde maken aan ingrepen bij dieren die enkel worden uitgevoerd om het dier aan te passen aan zijn omgeving. Paars II stelde een deadline van 2012, die later werd aangepast naar 2022. Ook minister Verburg stelde deze deadline in 2007. We hebben dus 20 jaar de tijd gehad, en door de motie van vorige week is daar nog een heel jaar bij gekomen! Toch is er twintig jaar niks uitgevoerd: niet door Den Haag en niet door boerenvertegenwoordigers. Dus nu opeens de bal bij de boeren leggen terwijl zij nog steeds te lage prijzen vangen en concurreren met goedkoop importvlees, kan niet. Den Haag, supermarkten, burgers, dierenartsen, iedereen zal moeten helpen om de dieren een beter leven te geven.
Als Caring Farmers voelen wij ons in ieder geval weer gesterkt in ons bestaansrecht. Er mist al 20 jaar een boerenorganisatie die opstaat en zegt: ja, laten we het leven van de dieren structureel verbeteren. En laten we gezamenlijk een vuist maken voor een voedselsysteem zonder kiloknallers, maar met blije dieren in de wei en een supermarkt schap vol Nederlandse duurzame producten. Het maakt ons dagelijks leven leuker, en wellicht gaan burgers dan weer boerenwelzijn waarderen!
Wij als Caring Farmers pakken de handschoen op, en denken graag met het nieuwe kabinet mee hoe we deze nieuwe wetgeving zo snel mogelijk tot uitvoer brengen op een boervriendelijke manier.
- Veronica Groot, De Geitenhof, caring farmer
- Gerjo Koskamp, Boerderij Ruimzicht, caring farmer
- Kees Scheepens, caring vet & caring farmer
Lees ook in het AD: Pas stallen aan, niet de ledematen van dieren | Opinie | AD.nl