We kijken terug naar een zeer geslaagd uitverkocht Caring Congres over dierenwelzijn. Vier gerenommeerde hoogleraren – Frans de Waal, Roos Vonk, Thijs Kuiken en Imke de Boer – gaan in op de bredere betekenis van dierenwelzijn en benadrukken daarbij ook de kansen voor maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en maatschappelijke ongelijkheid. Lees hieronder een samenvatting van de verschillende presentaties.
Inleiding
Het congres wordt geopend door dagvoorzitter en boerin Inge Vleemingh van de Goedgevulde. Ze opent met een emotioneel betoog over wat dierenwelzijn voor haar als boerin betekent en hoe de dieren voor haar onderdeel zijn van de samenleving en ook van de volgende generaties. Vervolgens praten we met de voorzitters van Caring Farmers en Caring Vets – Ruud Zanders en Arabella Burgers – over dromen en doelen voor vandaag en de toekomst. De hoop is dat de sprekers iedereen met een nieuw inzicht naar huis sturen en dat er naar dat inzicht wordt gehandeld.
Emoties bij dieren – Frans de Waal
Frans neemt ons mee door de geschiedenis van onderzoek naar intelligentie en emoties van dieren. Tot Skinner (behavioristen) was er geen issue over emoties bij dieren, het werd gewoon aangenomen dat ze die hadden. Daarna ging het mis en hebben wetenschappers in de kramp gezeten om maar niet te veel menselijke eigenschappen aan dieren toe te dichten. Tot een paar jaar geleden moest het lachen van een chimpanseekind dat gekieteld wordt nog worden beschreven als ‘gevocaliseerd gehijg’. Nu na vele jaren onderzoek is één ding zeker: alle dieren hebben emoties en kunnen lijden. Ze hebben dat nodig om te overleven en samen te leven. Hoe ze zich precies voelen is moeilijker te bepalen of meten. Maar ja, dat geldt ook voor mensen.
Veel vroegere aannames haalt hij onderuit. Lang dacht men bijvoorbeeld dat mensen de meeste emoties hadden omdat we meeste spieren in ons gezicht hebben om emoties te tonen. Uit sectie blijkt dat niet waar te zijn, chimpansees hebben er evenveel. Dat enkel mensen en apen zichzelf kunnen herkennen in de spiegel is ook niet waar: olifanten kunnen dat ook.
Eigenlijk zijn wij als mensen met al ons onderzoek niet slim genoeg om te weten wat de meeste dieren voelen, denken of ervaren. Er zijn dieren die hun emoties tonen door kleur te veranderen (octopus), door hun geur te veranderen, door geluiden die wij niet waarnemen (voorbeeld: een rat die gekieteld wordt lacht) etc.
Wat dit betekent voor onze omgang met dieren? Dat we nog eens heel goed achter onze oren moeten krabben over waar we mee bezig zijn.
Empathie met Dieren – Roos Vonk
De ene mens heeft meer oog voor de emoties van een dier dan de ander. Dat is deels aangeleerd, deels genetisch, en valt te trainen, betoogt Roos Vonk. Ook komt empathie met dieren bij sommige groepen (links, vrouw) gemiddeld meer voor dan bij anderen (rechts, man) en is het gelinkt met hoeveel empathie we hebben voor andere groepen mensen. Meer aandacht voor empathie met dieren in de opvoeding en opleiding, kan dus ook leiden tot een socialere samenleving.
Meer empathie met dieren kan ook financieel voordeel hebben. Onderzoek laat namelijk zien dat veehouders die meer empathie hebben met dieren, een hoger dierenwelzijnsniveau bereiken in hun stallen en tot een hogere melkgift leidt bij koeien. Bij dierenartsen zorgt meer empathie voor een snellere pijnherkenning.
Ook gaat Roos Vonk in op het toekennen van menselijke emoties aan dieren. Dat doen zowel boeren als dierenbeschermers soms op een verkeerde manier. Bv een boer die post dat zijn dieren leven als in een hotel; of dierenliefhebbers die dieren vertroetelen die daar geen behoefte aan hebben.
Roos pleit daarom bij de uitvoering van de wet dieren om de wetenschap te volgen en niet onze emoties: kijk naar het natuurlijke gedrag van het dier in het wild, en hou daar rekening mee met de huisvesting. Ruimte, fourageergedrag, groepsgrootte zou in de huisvesting moeten worden aangepast naar de basale behoeften van het dier. Dat zou de basis moeten zijn van de Wet Dieren en onze veehouderij.
Infectieziekten bij dieren – Thijs Kuiken
De laatste 30 jaar komen infectieziekten steeds meer voor. Dat komt doordat we 1) meer dieren houden 2) dieren meer verplaatsen (vee en illegale handel) en 3) we ongerepte natuurgebieden steeds meer verstoren. Het is volgens Thijs dan ook niet de vraag of maar wanneer we weer met een grote uitbraak te krijgen hebben. Als wetenschapper voelt hij zich dan ook steeds meer geneigd om aan de bel te trekken en zich activistisch op te stellen. De veehouderij heeft wereldwijd een te grote impact op de dieren, op de natuur en op het klimaat en op onszelf en het zoönotische risico neemt toe.
Een aantal zoönosen zijn snel de kop ingedrukt, denk aan Nipah of Sars. Op anderen hebben we de controle helemaal verloren en dit zijn pandemieen geworden. Denk aan Covid maar ook aan vogelgriep. De meest voorkomende variant is ontstaan in de pluimveehouderij in China en deze verspreid zich nog steeds. Afgelopen winter was de grootste uitbraak tot nog toe. Steeds meer gehouden en wilde vogels leggen het loodje of worden geruimd. Vogelgriep blijft groot potentieel houden om over te slaan op mensen en de volgende pandemie te veroorzaken.
De kosten van infectieziekten nemen exponentieel toe. De kosten van Covid passen niet meer in de grafiek die tot Covid werd gebruikt. Voor Thijs is het duidelijk: het aantal dieren en diertransporten moet omlaag en snel. Die mening wordt gedeeld door vele wetenschappers en inmiddels ook erkend door overheden. Nu nog er naar handelen.
De rol van dieren in ons voedselsysteem – Imke de Boer
“Als ik in mijn moestuin bezig ben, krijg ik zo’n respect voor boeren! Vooral voor de duurzame boeren die zonder chemie toch een goede oogst weten te produceren. Het is vakwerk!” Uit 1300 inzendingen vanuit de hele wereld, was Imke de Boer met haar collega Evelien de Olde één van de tien prijswinnaars, de enige inzending uit Europa die een prijs won. De opdracht was schrijf een visie over de landbouw.
Imke legt vol passie haar Reroot our Food visie uit: “ons huidige voedselsysteem moet op de schop, want het belast het milieu te veel. Denk aan vervuiling van water door het gebruik van pesticiden en het verlies aan biodiversiteit. Samen met boeren en natuurorganisaties schetsten we een streefbeeld voor 2050: een voedselsysteem dat gezond, natuurinclusief en circulair is.
We zullen dan ook heel anders gaan eten en daar worden we gezonder van! Nu geven we jaarlijks 6 miljard uit aan voedinggerelateerde ziektes als overgewicht, hart en vaatziektes. Dierlijk eten blijft er wel bij horen, maar veel minder dan nu. Maximaal 22 gram per dag dierlijk eiwit komt neer op af en toe een ei, glas melk of stukje vlees. Nu eten we nog veel te veel, dus we kunnen veganisten dankbaar zijn want zij compenseren voor het gemiddelde niveau.
Bovenstaande betekent een hele andere rol voor dieren. We houden geen dieren meer waarvoor we geen voer hebben, en dat voer bestaat enkel uit gras en reststromen zoals onvermijdbaar huishoudelijk afval. De hoeveelheid reststromen en gras bepaalt de hoeveelheid dieren. In 2050 houden we varkens, dubbeldoelkippen en dubbeldoel koeien en die hebben een rol in natuurbeheer, bemesten of anders. Maar ook de akkerbouw, visserij, groente en fruitproductie wordt anders. Er komen meer boeren, burgers zijn veel meer betrokken bij hun eten en landbouw en natuur lopen naadloos in elkaar over.
Het eerste wat we nodig hebben voor deze transitie? Dat is een betrouwbare overheid!
Een gezamenlijke boodschap aan Den Haag:
De dag werd afgesloten met een gezamenlijke oproep aan Den Haag om de Wet Dieren uit te voeren.
De grote vraag van vandaag is: waarom passen we dieren aan aan het systeem? Waarom knippen en branden we lichaamsdelen weg voor meer dieren in een hok? Voor een goedkoper stukje vlees op ons bord? Wanneer zijn we daarmee gestart en vooral: wanneer houden we er mee op?
Dat zullen we samen moeten doen. De boer zal zijn boerderij moeten aanpassen. We gaan allemaal anders eten. En ook jij als winkel, ketenpartner, controleur, dierenarts, reclamemaker en cateraar hebt een rol.
Samen geven we de dieren weer de ruimte. Om te wroeten, te kwispelen, te scharrelen, te grazen. Dat doen we voor de dieren, voor de planeet en voor onszelf. Een beter leven voor dieren, betekent ook een beter leven voor ons!
Daarom hebben wij een dringende oproep voor Den Haag: VOER DE WET DIEREN UIT.
Leuke discussies
De gevarieerde groep in de zaal met boeren, dierenartsen, beleidmakers, studenten, dierenbeschermers, wetenschappers en journalisten leidde tot interessante discussies: We hebben het over empathie met dieren, maar ondertussen lijkt empathie tussen boeren en dierbeschermers soms ver te zoeken. Daar moeten we oog voor houden, en ook vaker bij elkaar op bezoek. Ook was er een dierenarts die zich in haar hart een caring vet voelt, maar aansluiten zou op haar werk tot problemen leiden. Is het slim om het leven van dieren in de veehouderij dierenmishandeling te noemen, of zorgt dat voor minder gesprek en meer polarisatie? Praat niet over woorden, maar over het resultaat, komt als advies terug. Want of je het nou slachten, doden of vermoorden noemt, op het eind zijn de dieren dood en dat is een feit en geen mening.
Bedankt
We bedanken alle aanwezigen, de sprekers, Blue City, de Caring Vets en Farmers en dagvoorzitter Inge Vleemingh.