Farmers aan 't woord

Gerben, Carla, Tjomme en Geertje - foto door Harry Cock

Gerben en Carla Engwerda

Biologisch melkveebedrijf met streekeigen vee en vermarkten van biologische producten onder "Bioweb"
Tytsjerk

Ruim 25 jaar lang hebben Gerben en Carla Engwerda biologische melk geproduceerd op hun boerderij een paar kilometer ten oosten van Leeuwarden. De melk werd door melkfabriek Henri Willig in Heerenveen verwerkt tot biologische Hooidammer kaas. Gerben pleit voor decentralisatie en korte ketens: “Dat is goed voor vee, natuur en milieu en je vergroot de betrokkenheid van je klanten. Grote investeringen hebben we vermeden. We wilden zoveel mogelijk de touwtjes in eigen hand houden.” Zo is bijvoorbeeld al twee keer een energiebedrijf langsgekomen met het aanbod hun land vol te leggen met zonnepanelen. Waarom ze niet ingingen op de lucratieve deal, die toch ook bijdraagt aan verduurzaming? ”Ben je gek!,” zegt Carla. “We zijn niet in 1995 omgeschakeld naar biologisch om nu het landschap te laten verpesten door een zonneboer.”

Bedrijfsovername
Eind december 2022 is het stokje overgedragen aan Tjomme en Geertje Wijtsma. In tegenstelling tot veel andere boeren die tegen hun pensioen aan zitten, hebben ze een jongere boer bereid gevonden hun bedrijf voort te zetten. “Dit is mijn droom, dus deze kans wil ik grijpen,” zegt de 42-jarige Tjomme. Sinds begin 2020 zitten Wijtsma en Engwerda samen in een maatschap. Hun beider boekhouders zien licht in de plannen waarbij Wijtsma zijn 40 hectare bij de 90 ha van Engwerda voegt.


Derogatie, hoe zit het ook alweer?
Derogatie is een officieel woord om met toestemming van de EU af te wijken van een algemeen vastgestelde norm voor het uitrijden van dierlijke mest. I.p.v. de norm van 170 kg N /ha mochten Nederlandse melkveehouders 230 tot 250 kg N /ha uitrijden. Eén van de voorwaarden voor derogatie was dat de Nederlandse melkveesector als geheel onder het fosfaatplafond van 173 miljoen kg zou blijven. Dat liep mis in 2015 en er moesten maatregelingen komen in de vorm van fosfaatwetgeving. Hierbij werden vooral de boeren die geen schuld hadden aan het overschot aan mest, zoals de biologische boeren, onevenredig zwaar getroffen in hun bedrijfsvoering.


Gerben: “In 2015 hadden we de pech dat we net een nieuwe stal in aanbouw hadden toen de fosfaatrechten werden verdeeld. Die werden toegekend op basis van het aantal dieren op 2 juli 2015. Daardoor konden wij onze nieuwe stal niet meer vol zetten en produceerden we te weinig melk om de leningen te betalen. Daar kwam nog een boete van € 40.000 overheen vanwege te veel dieren in een bepaalde periode. We hadden er namelijk het volste vertrouwen dat de politiek de biologische boeren buiten de fosfaatwetgeving zou houden. Zij maken immers geen gebruik van de derogatie, omdat zij al met de lagere Europese bemestingsnormen werken. Het vertrouwen in de politiek en later ook in de rechtsspraak is nu volledig weg. De rechter durfde namelijk geen uitspraak te doen in onze zaak en schoof de verantwoording terug naar de overheid, terwijl de rechter er is om de burger te beschermen tegen de overheid (vergelijking met de kindertoeslagenaffaire). Er moest een crowdfundingactie van onze kinderen aan te pas komen om het boekjaar 2018 fatsoenlijk af te sluiten. In de overnameplannen is 150.000 euro gereserveerd om fosfaatrechten te kopen, zodat alsnog de nieuwe stal vol kan tot 75 dieren.”
Om het verdienmodel te verbeteren, zijn Engwerda en Wijtsma omgeschakeld naar biologisch-dynamische melkveehouderij. Nog een duurzame stap extra dus, omdat deze boeren vinden dat de biologische melkveehouderij in Nederland stilstaat. “Er wordt niet actief gekeken naar hoe het nog beter kan,” zegt Engwerda.
“Mooie verhalen hebben we genoeg gehoord,” vindt ook Wijtsma. “We hebben nu concrete maatregelen nodig die deze duurzame manier van boeren gemakkelijker maken. De coronacrisis laat zien dat het roer radicaal om kan.”

Extensieve koplopers
“Het is te zot: wij moeten nu intensiveren – meer melk uit onze koeien gaan halen – om te overleven,” zegt Engwerda. “Terwijl wij als extensieve koplopers juist geld zouden moeten krijgen om de melkveehouderij verder te verduurzamen. Maar in plaats van dat ze al hun tijd kunnen steken in het verder verbeteren van hun bedrijf, met genoeg land om de eigen mest op kwijt te kunnen en een melkproductie die niet het uiterste vraagt van de koe, gaat energie verloren aan beroepschriften opstellen tegen beslissingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.”

Wat kan Caring Farmers betekenen?
“Sla op de trom, organiseer partijen die wel willen veranderen en laat de perspectieven zien. Kritiek op de gevestigde organisaties hoort daar ook bij als je media aandacht wilt. Doe dit alles met een weloverwogen plan in de volle breedte en diepte!!!!”