Boerenbijeenkomst bij Jan Dirk van der Voort van Remeker kaas
Op 5 november zijn we op bezoek bij Jan Dirk van der Voort van Remeker kaas in Lunteren. Trots wijst hij naar zijn Jersey koeien die buiten lopen en zelfs nu in november 20% van hun rantsoen buiten halen. Dat is bijzonder, zegt Jan Dirk, en komt omdat het hele systeem klopt; van gezonde bodem tot gezond gras en grasgevoerde koeien van een ras die dat gras goed weet te benutten.
Zestien jaar geleden gooide Jan Dirk zijn bedrijf om. Hij wilde stoppen met antibiotica en bestrijdingsmiddelen en dat betekende dat het welzijn van bodem en koe centraal moest gaan staan. Immers, alleen een gezonde en tevreden koe die gezond eet van een gezonde bodem, kan zonder antibiotica. De koe werd vanaf dat moment een spiegel en de bedrijfsvoering ging om: de koeien werden vanaf dat moment niet meer onthoornd, hij ging ‘op de pens voeren’ (geen mais en soja meer) en álle vaarskalfjes bleven bij de koe.
Zoveel stappen ineens waren voor zowel boer als koe een grote omschakeling en dat kan een boer niet alleen: er kwam advies van Peter van Hoof over de bodem en van Hubert Cremer over kruidenmengsels ter vervanging van antibiotica, ontwormingsmiddelen en andere middelen. Momenteel krijgen de koeien dagelijks 200 gram kruidenmix van o.a. rozemarijn, tijm, knoflook, cichorei etc. Deze ondersteunen de organen van de koe en helpen tegen worminfecties. Sinds kort krijgen de koeien aminozuren uit walnoten en hazelnoten waardoor de vetzuursamenstelling van de melk gezonder wordt, en de koeien beter tegen de hitte kunnen. Daarnaast krijgen de koeien een vitamix van gemalen vruchten en steenmineralen.
De weilanden van Jan Dirk zien al jarenlang enkel potstalmest en af en toe Keltisch zeezout en zeewierkalk. De bodem krioelt van wormen en het gras is kruidenrijk. De bacteriën en schimmels in het 32 jaar oude grasland zijn op elkaar afgestemd en dat noemt Jan Dirk het ‘home advantage’. De gezonde intensieve samenwerking van micro-organismen zorgen voor gezonde koeien en ook voor een natuurkorst met een kenmerkende smaak aan de kaas waar consumenten graag wat meer voor betalen. Ook de levers van Jan Dirk’s koeien zijn ontzettend gezond en gewild bij de speciaalslager.
Kalveren bij de koe
De omschakeling ging niet zonder vallen en opstaan. De eerste generatie kalveren die bij de moeder mochten blijven, hadden het moeilijk doordat ze onervaren moeders hadden. 50% van de kalveren wist niet gelijk goed te drinken, omdat de moeder het jong nog niet in de juiste positie manoeuvreerde. Bij de 3e generatie van koeien die hun kalf bij zich mochten houden, was dat percentage gestegen naar 100%. Wat elke koe wél vanaf het begin instinctief goed deed, is tijdig bij de melkmachine de melk ‘optrekken’ zodat ze genoeg over houdt voor haar kalf.
In het begin gingen alle kalveren mee de wei in en zochten dan een stil plekje bij de houtwal en vonden twee keer per dag hun moeder om te zogen. Maar niet elke dag kwam dat kalf aan het einde van de dag mee terug naar de stal. De moeder wist het kalf vaak de volgende ochtend feilloos te vinden en de stress was dan ook vaak meer voelbaar voor boer dan voor koe. Maar niet altijd, toen het zoveelste kalf verdween en onder een auto terecht kwam, besloot Jan Dirk het anders te gaan doen.
Moeder en kalf blijven nu 4 dagen helemaal samen, en vanaf dat moment gaat de koe met de kudde de wei in en blijft het kalf achter in een kalverweitje. Twee keer per dag komt moeders 1,5 uur naar het kalf om te zogen. De ene moeder wil daarna dolgraag terug naar de kudde, de andere moeder blijft dralen omdat ze het kalf mee wil nemen de kudde in. In 2019 probeerde Jan Dirk nogmaals om de kalveren mee de wei in te laten gaan, maar weer met weinig succes. Kalveren verdwenen of werden te wild om mee te draaien in de melkveehouderij. Op de huidige manier is ook de ziektedruk van Rota corona virus beter te beperken.
Vaarskalveren zogen bij Remeker drie weken lang bij hun moeder, en dan worden ze gespeend. De stierkalveren gaan naar Boerderij Eijckenstein waar ze worden gehouden bij pleegmoeders. Na de drie weken, worden de vaarskalveren gespeend: een kort redelijk hard proces waarbij ze worden geïsoleerd en in 1-3 dagen leren uit een emmer met drijfspeen te drinken en leren te eten. Daarna zijn ze tam en gaan ze in kalvergroepjes.
Deze drie weken met de moeder zijn onbetaalbaar voor het kalf, aldus Jan Dirk: ze zijn veel zelfverzekerder en socialer dan kalveren die direct bij hun moeder worden weggehaald. Doordat alle dieren sociaal zijn, zijn er in de kudde geen problemen met verwondingen ondanks dat de koeien gehoornd zijn en de Jerseys scherpe en naar buiten staande hoorns hebben.
Voor de moederkoe ziet Jan Dirk niet direct dierenwelzijnsvoordeel want voor de moeders is het scheiden na drie weken erg moeilijk.
Ideeën voor een volgende themabijeenkomst:
- Fokkerij: hoorns worden bijna overal weggefokt en échte Jerseys zijn moeilijk te vinden. En dat terwijl de hoorn een belangrijke functie vervult voor de mineralenhuishouding van koeien. Hoe houden we de fokkerij bij de les?
- Home advantage: de symbiose tussen koe, bodem, bacterie en schimmel.